In december 2018 heeft Nederland tezamen met 155 andere landen het zogenaamde Global Compact for Safe, Orderly and Regular Migration getekend. In de desbetreffende vergadering van de VN stemden vijf landen tegen, waaronder de VS en Israël, en twaalf landen onthielden zich van stemming. Uiteindelijk werd het pact door negen EU-lidstaten niet onderschreven. Meer dan 50 landen, waaronder Nederland, verduidelijkten hun standpunt met een zogenaamde interpretatieve nota, in het algemeen met de strekking het pact af te zwakken.
Van dit alles heb ik tot voor kort niets geweten. Dat zegt natuurlijk iets over mezelf (onoplettendheid, gebrek aan aandacht voor wat mijns inziens een van de belangrijkste problemen van deze tijd is), maar het zegt toch ook wel iets over de leidende Nederlandse politici, die – uit angst voor zetelverlies aan de populistische partijen? – liefst zo weinig mogelijk aandacht besteden aan, en voorlichting geven over de migratieproblematiek, en er niet in geslaagd zijn een beleid en strategie te ontwikkelen gebaseerd op solidariteit en humaniteit. Dat werd weer pijnlijk duidelijk bij het recente Moria-handeltje. En in de troonrede wordt met geen woord over de vluchtelingenproblematiek gerept. Citaat: ‘In het jaar van 75 jaar Verenigde Naties domineert steeds vaker het nationale eigenbelang.’ Zou de regering zich nu werkelijk niet realiseren dat dit ook op ons eigen land slaat? Wat is dit: domheid, onverschilligheid, zelfgenoegzaamheid? (zie de foto op de voorpagina van Trouw van woensdag j.l.)
Het pact dat ik hierboven noemde staat vol van prachtige doelstellingen, die, indien nagestreefd, werkelijk verschil zouden maken in de wereldwijde migratie- en vluchtelingen problematiek. Een overzicht daarvan vind je bij Wikipedia, onder het lemma VN-Migratiepact. Dit pact is geen verdrag maar een intentieverklaring. Dat geeft ieder land de mogelijkheid hier weinig of niets mee te doen. En dat is helaas de praktijk, en Nederland is daarop geen uitzondering. Ik geloof overigens niet dat dit beleid de instemming heeft van de meerderheid van de Nederlandse bevolking. Ik leid dat af uit de aanbiedingen van ca. 100 gemeenten om, dwars tegen het landelijk beleid in, meer vluchtelingen, in het bijzonder kinderen, op te nemen, en daar al 8 miljoen euro voor beschikbaar hebben gesteld; en uit het protest in de achterbannen van CDA, D’66 en CU tegen de Moria-deal.
Zoals altijd vind ik het betrekkelijk goedkoop om het te laten bij kritiek op de politiek – al doe ik dat graag en heeft het zeker zijn nut – zonder ook stil te staan bij onze medeplichtigheid aan dit beleid. Wij leven tenslotte in een democratie waarin het mogelijk is door stemmen, meningsuiting, vrijwilligerswerk en financiële bijdragen ons steentje bij te dragen. Ik geloof niet dat het zinnig is te verdrinken in een zelf-afbrekend schuldgevoel, maar ik voel me er wel ongemakkelijk over. In elk geval wil ik er in mijn eigen leven regelmatig bij stil staan, en mijn gedrag daar mede door laten bepalen.