Er waren twee periodes in mijn leven dat ik dacht wel aardig te weten hoe het leven en de wereld in elkaar zat: mijn late puberteit en jonge adolescentie, en zo rond mijn veertigste. Hoe arrogant! Daartussenin en daarna heb ik nog veel kennis en ervaring opgedaan, waaruit ik concludeerde dat ik nog heel veel NIET wist. Want kennis is nog iets anders dan dieper weten. En uiteindelijk is dat, zo na mijn 75e, uitgelopen op het besef dat ik op een dieper niveau eigenlijk maar heel weinig weet. Wat een rust! Dat leidde ergens in mijn 80e levensjaar (dat is dus vorig jaar) tot een gedicht dat ik heb voorgedragen op het symposium op mijn verjaardag. Zelf heb ik altijd moeite om een voorgedragen gedicht echt te volgen (het gaat me vaak te snel), en misschien is dat wel voor meer mensen het geval. Daarom laat ik het hier nog eens volgen, ook voor diegenen die niet op mijn symposium aanwezig waren, en voor hen die me verzochten het gedicht nog eens te mogen lezen.
- Wat is geloof, en wat is zeker weten?
- Bij geloof hoort twijfel, bij weten zekerheid.
- Ouder wordend raak ik beide steeds meer kwijt.
- Bestaat God wel? Of ben ik dat vergeten?
- Je weet het niet.
- Er is meer tussen hemel en de aarde,
- Dan ooit gedroomd in mijn filosofie.
- Zo spreekt de dichter. Maar alles wat ik zie
- is slechts materie van meer of minder waarde.
- Je weet het niet.
- Er is een subtiel rijk, met engelen en geesten.
- En velen hebben daarmee echt contact.
- Voor mij bleef dit helaas nog erg abstract
- ondanks een intensieve, lange queeste.
- Je weet het niet.
- Velen hebben bijna-dood ervaren.
- Hun hersenfuncties gingen dan teloor.
- Maar het bewustzijn werkte toch nog door.
- Hoe kan de rede zoiets nu verklaren?
- Je weet het niet.
- Die mensen weten het inmiddels zeker:
- Er is beslist een leven na de dood.
- Waarom dan blijft mijn twijfel toch nog groot?
- Ik hoorde meer; mijn weten werd steeds weker.
- Je weet het niet.
- Degeen die uit zijn lichaam is getreden
- kon zonder ogen vele dingen zien.
- Dat is nu wel bewezen, maar misschien
- is mijn verstand te klein, want tot op heden
- vat ik het niet.
- Miljarden geloven in reïncarnatie.
- Maar mij spreekt het idee nog steeds niet aan.
- Wie leeft er dan nu eigenlijk in een waan?
- Ik houd het maar op mijn eigen aberratie.
- Je weet het niet.
- Er wordt gezegd: je kan je leven helen.
- Het denken schept je eigen werk’lijkheid.
- Maar waarom is het leven dan soms strijd?
- En teistert angst voor onheil vaak zovelen?
- Je weet het niet.
- Toeval bestaat niet, hoor je ook vaak zeggen.
- Ik denk, het is maar hoe je het bekijkt.
- Niet alles is precies zo als het lijkt.
- En wat gebeurt is vaak niet uit te leggen.
- Je weet het niet.
- Is er in ons een dieper innerlijk weten?
- Worden we soms door een gids geleid?
- Ik voel vaak zijn of haar aanwezigheid.
- Maar wie het is? Dat ben ik dan vergeten.
- Ik weet het niet.
- Is er een bouwplan voor de aarde en de kosmos?
- Of is het toeval dat de evolutie drijft?
- En is er iets dat eindeloos beklijft?
- Vervalt wat we creëren weer tot chaos?
- Je weet het niet.
- En dan de moeder aller grote vragen:
- Wat is het dat we hier hebben te doen?
- Wat moet er staan op ons symbolisch blazoen?
- Wat is de taak waarmee we willen slagen?
- Je weet het niet.
- Zo weet ik niet, maar ik geloof in schoonheid.
- Die heb ik in mijn leven vaak ervaren.
- Een diepte die ik ook niet kan verklaren,
- Verbinding vormt ze met de eeuwigheid.
- Dat geloof ik.
- En toen mijn oudste dochter was geboren.
- – dokter en zuster waren weggegaan –
- Toen wist ik: ze komt ergens vandaan:
- Een uniek mens treedt aan in ’t ochtendgloren.
- Dat weet ik.