Tag archieven: wijsheid

De rechter

De archetypen in onze samenleving.

Angst overwinnen is het begin van wijsheid. (Bertrand Russell)

We staan in deze samenleving onmiddellijk met ons oordeel klaar over alles en iedereen. Ik zeg ‘we’ want het geldt ook voor mezelf. We lopen de hele dag goed- maar vooral af te keuren. Dat geldt ten aanzien van publieke figuren, maar ook ten aanzien van bijna iedereen met wie we in contact komen. We spreken die oordelen niet altijd uit, maar heel vaak ook wel: mondeling, in roddels, op internet, waar we maar kunnen. We treden eigenlijk voortdurend op als rechter, maar dan zonder voorafgaand onderzoek. Daarom noem ik ‘de rechter’ een archetype in onze samenleving.

Dit snelle oordelen verhindert ons om werkelijk te kijken, om dieper op onze omgeving in te gaan. We laten wat er werkelijk gaande is niet echt op ons inwerken – in plaats daarvan staan we onmiddellijk met onze reactie klaar. Daar worden we ook niet wijzer van. Bovendien leidt dit tot polarisatie en conflict in de samenleving.

Ik herinner me dat ik eens namens een organisatie voor de rechter stond in verband met een aanklacht wegens overlast. De rechter (B.J. Asscher) maakte toen diepe indruk op me. Het was een betrekkelijk eenvoudige zaak, maar hij nam alle tijd om er dieper op in te gaan. Zijn scherpe blik staat me bij tot op de dag van vandaag – en hij nam de tijd om ter plaatse te ervaren hoe het met de overlast gesteld was. Ik herinner me niet meer precies wat de uitspraak was, wel dat ik het ervoer als een salomonsoordeel.

De antinomische tegenstelling van oordeel is onderscheidingsvermogen: het vermogen om te zien wat werkelijk is. Dit onderscheidingsvermogen ontwikkelen we door onze wijsheid, die zelf weer voorkomt uit diepgaande zelfreflectie en levenservaring. Als we willen bijdragen tot een meer harmonische, rechtvaardige en vreedzame wereld komt het er dus op aan bewust te leven en zodoende onze wijsheid te ontwikkelen. Het is nooit te laat om daarmee te beginnen, en onze aandacht te intensiveren.

.

Tarot kaart XI uit de grote Arcana (gerechtigheid)

.

.

.

.

.

Archetype kaart © Caroline Myss

Het is wat het is.

God, schenk mij de kalmte om te aanvaarden
wat ik niet kan veranderen,
moed om te veranderen wat ik kan veranderen,
en wijsheid om tussen deze twee onderscheid te maken.

(gebed van Franciscus van Assisi)

Bovenstaande tekst kennen we in enigerlei vorm allemaal wel. Maar wat is aanvaarden?
De term komt van het middelnederlands aenvaerden: de tocht ondernemen, ter hand nemen, gelaten dragen. In het moderne Nederlands betekent het: ondernemen (een reis aanvaarden), ontvangen (een cadeau aanvaarden, kritiek accepteren), goedkeuren (een voorstel aanvaarden), op zich nemen (een functie aanvaarden) en gelaten dragen. In dit stuk heb ik het voornamelijk over de laatste betekenis. Op een andere betekenis kom ik hieronder nog terug.

Ik herlas dezer dagen nog eens Eckhart Tolle, Een nieuwe Aarde. Daarin stelt hij onder meer dat het niet aanvaarden van (de situatie van) het huidige moment een belemmering vormt voor je spiritueel ontwaken. Ik ben het daar geheel mee eens, maar die aanvaarding lukt me lang niet altijd. Als je ouder wordt dan stuit je op verminderde vermogens. Ik kan minder lang achtereen wandelen, mijn conditie wordt minder, ik heb een beetje last van PHPD, mijn geest wordt trager. Het aanvaarden daarvan is nog wel een haalbaar streven. Dat is anders met het aanvaarden van zaken die in de buitenwereld spelen: de laksheid van politici, de welbewust onbewuste onwetendheid van een aantal mijn medeburgers als het over democratie of klimaat gaat, de harteloosheid van sommige gemeenten en hun inwoners ten aanzien van de opvang van vluchtelingen, het vreselijke lijden in de wereld ten gevolge van oorlog, geweld of klimaatproblemen – en zo kan ik nog wel even doorgaan. En aan de meeste van die situaties denk ik niets te kunnen veranderen – en daarmee wordt de uitspraak van Franciscus actueel. Het lijkt alsof ik de keuze heb tussen kalmte en aanvaarden aan de ene kant en irritatie, woede of verdriet aan de andere kant.

Aanvaarden betekent echter niet dat de situatie je niets doet. Je kunt als eerste reactie best veel emoties hebben, maar de vraag is: kun je die daarna parkeren (niet: onderdrukken) zodat de kalmte terug komt? Ik denk dat dit in principe kan, maar het vraagt wel een geestelijke inspanning. Je moet die geestelijke reis willen ondernemen (zie de eerste middelnederlandse betekenis). Aanvaarden is dan niet een passieve aangelegenheid, een ‘gelaten dragen’, maar een actieve worsteling, die kan uitlopen op het gebed van Fransiscus, waarmee zowel de kalmte als de moed kan terugkeren. En je ook bijdraagt aan een betere wereld.

De hoogste rechter.

Hebben alle mensen een geweten? Ik? U? Rutte (die niet in zijn eerste leugentje gestikt is – ik ook niet trouwens)? Merkel? Berlusconi? Trump? Zijn fundamentalistische kiezer? Mugabe? Poetin? Erdogan? Assad? Mladic? Een jihadist, die op onschuldige burgers of kinderen schiet? Een ‘onschuldig’ kind dat  een koekje van een schaaltje pikt? Een verzetsstrijder, die een moord pleegt om erger te voorkomen? Een straaljagerpiloot die een gekaapt vliegtuig met passagiers uit de lucht schiet, omdat dat de piloot van dat toestel een aanslag wil plegen op een vol stadion? (Ik zag gisteravond  het toneelstuk Terror van Ferdinand von Schirach dat handelt over dit dilemma. Een aanrader: https://www.terror-devoorstelling.nl.).

Uit deze uiteenlopende voorbeelden blijkt wel dat de vraag niet zo makkelijk te beantwoorden is. Om iets dichter bij het antwoord te komen zullen we moeten onderscheiden tussen op zijn minst twee soorten geweten. 1. Het geweten dat voortkomt uit aangeleerde normen. De meest bekende daarvan zijn de tien geboden,  maar je zou ook de klassieke, en later de katholieke deugden leer daartoe kunnen rekenen (het volgen van je geweten is dan leven volgens de deugden, zoals voorzichtigheid, gematigdheid, moed, enz.). Deze normen onderscheiden zich psychologisch nauwelijks van meer oppervlakkige voorschriften, zoals goede manieren of kledingvoorschriften. Het niet opvolgen daarvan kan tot dezelfde schuld- of schaamtegevoelens leiden als niet deugdzaam handelen.

2. Maar er is ook een ander soort geweten, noem het de innerlijke stem, die je laat weten wat in elke situatie de juiste handeling is (de categorische imperatief van Kant). Dat geweten is minder gestructureerd dan het eerste geweten, want het kan in verschillende situaties uiteenlopende aanwijzingen geven, en openbaart zich soms niet eens als een precieze aanwijzing, maar als een vaag gevoel of intuïtie. Overigens: het vereist oefening om die innerlijke stem te onderscheiden van de verankerde morele voorschriften, waarvan in de vorige alinea sprake was.

De inhoud van het eerste geweten is sterk afhankelijk van de opvoeding, en van de cultuur waarin we worden groot gebracht. In die zin heeft iedereen wel een zeker geweten. Zo zullen mensen als Trump of Erdogan of een terrorist zeker een geweten hebben, maar je kan wel stellen dat de inhoud van hun geweten niet overeenkomt met het mijne – en het uwe neem ik aan.

De interessante vraag rijst echter: hebben we allemaal dat tweede soort geweten? En, hoewel dat zoals we zagen, niet altijd precies aangeeft wat juist handelen is in een bepaalde situatie, heeft het dan toch een soort universele inhoud? Als het antwoord op deze vragen ‘ja’ zou zijn, dan rijst de vraag hoe het komt dat verschillende mensen zulk uiteenlopend gedrag vertonen in ethisch opzicht. Het zou kunnen zijn dat iedereen dat soort geweten wel heeft, maar dat sommigen geleerd hebben de stem daarvan zo effectief te onderdrukken (omdat het hem of haar niet uitkomt, of omdat er strijdigheid bestaat tussen de innerlijke stem en de aangeleerde normen), dat die niet meer gehoord wordt; laat staan dat die stem wordt  opgevolgd.

Maar misschien is het antwoord op de vraag in vorige alinea wel ‘nee’. Dan zouden sommige mensen geen innerlijk geweten hebben. Die zijn dan gehandicapt en dus eigenlijk ook niet om  hun gedrag (juridisch)  te veroordelen. Al kan je als samenleving ervoor kiezen dat wel te doen om de rechtstaat te beschermen.

Volgens Vaclav Havel (Brieven aan Olga) heeft iedereen dat tweede geweten, maar ik twijfel. Maar ook als dat niet zo is: iedereen kan leren zich deugdzaam te gedragen – maar dan moet hij/zij wel het belang daarvan in kunnen zien. Wat hoe dan ook nooit zal werken is proberen anderen over te halen tot ander gedrag; je kan een ander niet veranderen. Wat echter altijd mogelijk is: luisteren, en proberen te zien wat de ander beweegt. Dat zal zeker tot meer begrip leiden, en wie weet, tot meer verbinding. En dan is alles mogelijk.

Volgende week wil ik een voorbeeld behandelen van iemand die die verbinding in praktijk brengt.

 

 

 

Tja. . .

Als ik vroeger te laat thuis kwam (dat wil zeggen, later dan ik van mijn moeder thuis mocht komen) dan was mijn excuus: ‘Er is iets met de tijd. . . ‘ Dat is binnen onze familie een gevleugeld woord geworden. Maar als je ouder wordt, is er echt iets met de tijd.

Als je ouder wordt gaat alles trager. Ik loop langzamer, ik fiets langzamer, ik kom langzamer uit mijn stoel overeind, ik reageer langzamer en ik denk langzamer. Alles kost meer tijd. Een effect daarvan is dat alles om je heen veel sneller lijkt te gaan. Mensen fietsen sneller en snellen mij lopend voorbij. Auto’s kleven aan mijn bumper en snijden me links en rechts (dat gebeurde me trouwens dezer dagen ook al door een fietser).  En mijn reactiesnelheid is afgenomen. In het verkeer moet ik oplettender zijn. Mensen spreken sneller, in de schouwburg en op tv; ik heb soms moeite ze te volgen.

Maar soms heb ik het idee dat die snelle processen om me heen niet alleen maar een artefact zijn van mijn ouder worden. Soms denk ik wel eens, dat alles vroeger echt veel langzamer ging. Dat geldt natuurlijk in de eerste plaats voor de communicatie. Vroeger moesten we de zaken vaak omslachtig en schriftelijk  regelen. Contact kon per telefoon, maar dat was duur, en verving niet het tijdrovende persoonlijk contact, zowel zakelijk als privé. Maar ook op terreinen waar internet niets mee te maken heeft gaat het nu sneller. We spraken langzamer en we reden langzamer in auto’s. En fietsten we vroeger echt zo hard als nu? Ik dacht het niet. Het komen en gaan van leden van de Tweede Kamer gaat ook echt veel sneller dan vroeger.

Het is vaker gezegd – we leven in een haastmaatschappij. Of dat nu komt door de computer, of door het belang dat we hechten aan bezit, geld en winst – ik zou het niet weten. Maar in elk geval, het lijkt wel of tijd altijd geld is – zelfs als we alle tijd van de wereld hebben. Of lijkt dat alleen maar zo? Klink ik nu als een oude man die dacht dat vroeger alles beter was (quod non)?

Een van de dingen die in elk geval sneller gaan is de omsloopsnelheid van boeken, en het ongeduld van de uitgevers als het boek niet snel genoeg verkoopt. Een van mijn eerste boeken was Spiritueel Leiderschap, uit 1996, en dat verkoopt de uitgever nog steeds. Maar mijn latere boeken, voor zover niet geproduceerd middels ‘printing on demand’ moesten wel bliksemssnel verkocht worden, anders gingen ze in de ramsj. Dat is me vele keren overkomen; het laatst nog dezer dagen, toen dat gebeurde met Zin in Zorg. Net op dezelfde dag dat mijn dochter, Anna van Praag, schrijfster van kinder- en jeugdboeken, hetzelfde lot trof voor het samen met Myl0 Freeman geproduceerde prachtige prentenboek Te groot voor op school (nog te verkrijgen via bol.com en bij haar voor € 2, zie haar facebook pagina). Frustrerend. We hebben er onze beste krachten aan gegeven en zowel haar als mijn boeken vind ik best goed, al zeg ik het zelf. Gelukkig zijn de meeste boeken nog wel tweedehands beschikbaar.

Men zegt dat weliswaar het denken langzamer gaat, maar dat je als oudere wel wijzer wordt. Zou het? Meer berusting misschien. En ik heb natuurlijk wel meer ervaring dan een jongere, maar wijzer? Ik denk wel dat ik, toen ik jonger was, dacht dat ik redelijk wijs was, en dat was maar goed ook, want dat was voor mijn werk een unique selling point. Maar nu? Neem als voorbeeld mijn reactie op de verkiezingen. Vele mensen hebben daar vele woorden voor die snel worden opgeschreven en uitgesproken. Maar mijn reactie komt niet veel verder dan: “Tja. . . “. Misschien hebt u er wat aan.

 

De genezing van deze wereld.

Hoe kunnen we omgaan met deze wereld die, in termen van de vrijmetselarij, verwarder en verdeelder is dan ooit? Vanuit onze geestelijke leermeesters worden ons drie benaderingen aangedragen (misschien nog wel meer, maar dit zijn de drie die ik zie en effectief heb bevonden).

Krishnamurti pleit voor een zo onbevangen mogelijke waarneming van wat er binnen in ons en om ons heen gebeurt. Wij zullen ons vrij  moeten maken van ons denken – “het denken is altijd oud” -, en in het bijzonder van onze onbewuste en bewuste denkbeelden, want anders zien we niet ‘wat is’, maar wat zou moeten zijn. Dat leidt er toe dat we meteen iets willen veranderen. Maar handelen, zo zegt Krishnamurti, moet niet uit onze denkbeelden voortkomen, want dat leidt altijd tot onheil. Handelen zal spontaan ontstaan als we onbevangen kijken – en als we dat allemaal op die manier zouden doen zouden we leven in een betere wereld. “Zien is handelen”. Deze opvatting is verwant met de het Boeddhistische streven naar een ‘beginners mind’, en de visie dat het goed is om volledig in het ‘nu’ te leven. Ook zie ik een verwantschap met de filosofie van de Stoa, met het Taoïsme, en met het werk van Eckart Tolle (De kracht van het Nu).

De Findhorn gemeenschap heeft een volstrekt andere benadering. Zij raden je aan om af te stemmen op je innerlijke gids, die gevoed wordt door de ‘Subtle Worlds’, de wereld van engelen, demonen, deva’s en, als je erin gelooft, God. Dat zal er toe leiden dat je handelt vanuit je intuïtie, en soms zul je heel duidelijke aanwijzingen krijgen. De Findhorn gemeenschap werkt ook echt samen met de ‘Subtle Worlds’ (https://www.findhorn.org/aboutus/vision/). Deze benadering is verwant met de aloude mysteriescholen.

Een derde benadering is die volgens de Wet van Manifestatie (Robert Fritz: De weg van de minste weerstand). Deze stelt dat je je eigen werkelijkheid schept middels je – bewuste en onbewuste – denken. Het komt erop aan dat je een scherpe visie of ideaal  ontwikkelt over wat je wilt of verlangt, en daardoor zal dan een creatieve spanning ontdaan, die er uiteindelijk toe zal leiden dat de werkelijkheid zich in de richting van jouw visie gaat bewegen. Mits je er in gelooft natuurlijk. Deze benadering past in het modernisme, en heeft onder andere geleid tot de empowerment beweging (David Gershon en Gail Straub). Er is een verwantschap met de beweging van het positief denken (Napoleon Hill, Norman Vincent Peale, Joseph Murphy, Louise Hay, Wayne Dyer), A Course in Miracles, de Seth boeken van Jane Roberts, en de creatiespiraal van Marinus Knoope. Zelf heb ik deze wet uitvoerig behandeld in mijn boek Spiritueel Leiderschap.

Wat is wijsheid? Vanuit de wetenschap is op alle benaderingen ook veel kritiek geleverd, maar dat komt volgens mij ook omdat ze onoordeelkundig gebruikt zijn. ‘Quick fixes’ bestaan niet. Zelf heb ik in mijn leven alle drie de wegen bewandeld, soms door elkaar, soms achtereenvolgens, en met wisselend succes. Het heeft er toe geleid dat ik in een bijzonder gelukkig leven ben terecht gekomen. Maar over de maatschappelijke effecten ben ik minder positief. Toch geloof ik in alle drie de benaderingen. Dus als u persoonlijk iets wilt bereiken of een bijdrage wilt leveren aan de genezing van deze wereld verdient het aanbeveling te reflecteren op deze benaderingswijzen, en te kiezen wat u op dit moment het beste past. Een bewuste keuze is wel aan te bevelen, want een verantwoord toepassen van elk van deze werkwijzen vraagt oefening en aandacht.

 

Het feest van het Licht.

Ik had u een vrolijk blog beloofd voor de Kerst. Maar wat is vrolijk? Denken we daarbij aan oppervlakkig plezier en entertainment, of mikken we op de diepe vreugde van het Licht?

Kerstmis schijnt het feest te zijn van de terugkeer (of, in Christelijke termen: de komst) van het licht, maar wat is licht? In de oude natuurgodsdiensten werd altijd het zonnewendefeest gevierd, in onze streken het Joelfeest. Daarbij lag het accent op de terugkeer van de zon (fysiek licht). Maar geen zonnewendefeest zonder  aandacht voor de duisternis. Niet het negatieve beeld van  duisternis dat heden ten dage domineert, maar het beeld van de vruchtbare duisternis, waarin onze intuïtieve en creative krachten zich bevinden. ‘Het zaad roert zich in de aarde’, zoals het Essene Book of Days het poëtisch omschrijft. Dus ook het oude Joelfeest bevatte al een mystieke component.

Tegenwoordig schrijven we aan het licht zelf ook allerlei mystieke eigenschappen toe. Dit zogenaamde Grote Licht openbaart zich in de ‘kleine’ lichten, de plekken waar en de momenten waarin het leven ‘licht’ is: ‘de lente, mimosa, de merel, Mozart, de liefde, de wijn, het oog van vrienden, de dans.’ *) En in de vrijmetselarij zeggen we : in wijsheid, kracht en schoonheid.

images

Maar wat ìs dan dat Grote of Heldere Licht? Voor pseudo-Dyonysius was het de godheid zelf, maar binnen de Christelijke theologie is het meer een kracht die van God uitgaat: ‘het leven was het licht der mensen’ (Joh. 1:5) en ‘Ik ben het licht der wereld’ (Jezus in Joh. 8:12) en natuurlijk Genesis: ‘Daar zij licht!’ (al kan dat als natuurlijk licht geïnterpreteerd worden). In het boeddhisme, wordt het Licht daarentegen niet aan een Godheid verbonden.

Mensen die een bijna doods ervaring (BDE) hebben doorgemaakt rapporteren dat zij dit Licht daadwerkelijk ervaren hebben. De grote vraag is echter of we dat Licht al gewoon hier en nu kunnen ervaren, bij leven en welzijn. Zij die een BDE hebben doorgemaakt beweren over het algemeen stellig van wel, en ook het Boeddhisme en het Hindoeïsme stellen dat je al hier op aarde samadhi, het nirwana dan wel satori kan bereiken. Er zijn echter maar weinig mensen die dit is gegeven. Zelf ben ik nooit verder gekomen dan een diepe eenheidsbeleving, prachtig en ontroerend, maar geen directe ervaring van licht (die ik overigens wel heb gehad tijden een geleide meditatie – maar dat kan ook een illusie zijn geweest).

Daarom denk dat ik zelf en de meesten van ons het zullen moeten doen met de kleine lichten, waarvan hierboven sprake was. Maar klein hoeft niet te betekenen: gering. Zij vormen de vreugdevolle lichtheid van het bestaan. Mijn kerstwens voor u: een vrolijk en licht kerstfeest!

 

*) Uit: Han Fortmann, Oosterse Renaissance, waarop dit blog is geïnspireerd.

 

De betweter spreekt.

Ik heb over veel dingen een mening. Zo vind ik vaak dat politici stom bezig zijn, en erger ik me regelmatig aan uitspraken die in het publiek gedaan worden. Maar ik moet uitkijken! Voordat ik het weet  kan ik overkomen als een betweter, schoolmeester of zedenprediker. De beste stuurlui staan aan wal!

Daaraan moest ik denken toen ik de afgelopen weken geconfronteerd werd met enkele openbare uitspraken die ergernis bij me opriepen. Enkele voorbeelden: Wiegel, die nog steeds niet overtuigd is van de ernst van het klimaatprobleem.  Bolkestein, die als niet-rechter meent dat de rechter met zijn uitspraak over het klimaatbeleid vande overheid zijn boekje te buiten gaat, zonder dat oordeel aan de rechter over te laten. Het kamerlid Remco Dijkstra die een doorwrocht rapport van de Planbuerau voor de Leefomgeving en het Energiecentrum een prutswerkje noemt. Rottenberg, die, op zijn zachtst gezegd, op weinig elegante wijze Samsom en Dijsselbloem afserveert. Duivesteijn, die zoals gewoonlijk precies weet hoe het met de PvdA verder moet. Roemers, die tijdens de algemene beschouwingen roept dat het kabinet volledig faalt op het gebied van het vluchtelingenvraagstuk, zonder zelf ook maar een begin van een werkbare oplossing aan te dragen. Zijlstra, die het heeft over opvang van vluchtelingen in de regio, maar geen land weet te noemen waar dat kan. Een zure journalist in Vrij Nederland, die in een recensie over het recente boek van Jesse Klaver niets anders weet te doen dan dan Jesse af te breken omdat hij de laatste vijf jaar in een aantal opzichten van standpunt is veranderd (ik vind dat juist voor hem pleiten- voortschrijdend inzicht). Een professor van de VU (migratierecht – is daar een apart hoogleraarschap voor nodig? Kennelijk heeft de VU geld genoeg), die altijd al geweten heeft dat het niet goed gaat met de vluchtelingenstroom. “Het conflict in Syrië brak in 2011 uit. Dan moet je op tijd een buffer aanleggen.” Nooit van hem gehoord, en met name niet in 2011.

Deze mensen ergeren me omdat ze voor mij een prachtig projectiescherm zijn. Ik weet het ook altijd beter. U bent dus gewaarschuwd. Ik denk wel eens dat ik met mijn ervaring de wijsheid in pacht heb. Maar ik weet ook, dat de ware wijze zich realiseert dat hij maar van zeer weinig zaken zeker kan zijn. Maar dat het met ons klimaat niet de goede kant opgaat, daarvan ben ik helaas wel zeker. En als u dit een te somber einde vindt van dit blog, dan kunt u een bemoedigende gedachte vinden op mijn vorige blog.

Over mijn vorige blog gesproken: daar noemde ik een aantal structurele oorzaken van het vluchtelingen probleem. Daarbij heb ik twee oorzaken over het hoofd gezien: de nietsontziende mensensmokkelaars, en de eveneens nietsontziende Westerse honger naar grondstoffen: olie, coltan, diamant, koper, kobalt en goud. (bron: De Groene Amsterdammer, 17 sept. 2015)

Naar een efficiënte samenleving. . . zou dat kunnen?

De Nederlandse politiek maakt zich erg druk over de noodzaak tot belastingherziening. Een vereenvoudiging en verlaging van de inkomstenbelasting zou de economie stimuleren. Dat moet natuurlijk juist niet gebeuren, maar ik kan wel enkele andere voordelen van belastingherziening zien, niet de minste waarvan is dat het zou kunnen bijdragen tot de grote kentering, waarover ik eerder heb gesproken (zie het voor-vorige blog).

Men zegt dat er voor een belastingherziening geld nodig is, en daaraan zou het nu juist ontbreken. Dat zou niet zo zijn, als we niet zouden besluiten tot belastingverlaging maar tot verhoging,  tegelijkertijd met een verschuiving van de  directe naar de indirecte belastingen. Het effect daarvan op de economie zou waarschijnlijk neutraal zijn, omdat het zou leiden tot een verschuiving van bestedingen van de particuliere sector naar de overheidssector. Hier een aantal suggesties.

Eerstens zou men de symbiotische relatie kunnen verbreken tussen politici, ambtenaren en ict-bedrijven, die er voor zorgt dat vrijwel alle ict projecten bij de overheid mislukken of veel duurder uitpakken dan begroot. Dat zou € 5 miljard kunnen opleveren. De reactie van minister Blok op het onlangs uitgebrachte rapport-Elias laat echter zien dat dit niet zal gebeuren – het rapport dringt er ook trouwens niet op aan.

De directe of verkapte subsidies op fossiele brandstoffen zouden met onmiddellijke ingang kunnen worden afgeschaft, hetgeen eveneens € 5 miljard kan opleveren. Het geld dat dit oplevert zou kunnen worden geïnvesteerd in de ontwikkkeling van duurzame energiebronnen. Het zou er toe kunnen bijdragen dat we onze achterstand in het gebruik van duurzame energie zouden kunnen inlopen (In Europa komt 15 % van de energie uit duurzame bronnen – in Nederland is dit nog geen 5 %; NRC/Handelsblad  van 19 februari).

Een geleidelijke totale afschaffing van de hypotheekrenteaftrek  levert € 10 miljard op (prof. Peter Kavelaars, hoogleraar fiscale economie aan de Erasmus-universiteit,  in P+, jaargang 13, nummer 3).

Een veel radicalere ingreep zou zijn een substantiële belasting op grondstoffen en fossiele energie in te voeren. Dat kan, afhankelijk van hoe ver men durft te gaan, miljarden opleveren. Dat zou leiden tot een verhoging van de indirecte belastingdruk, en daar durven maar weinig politici voor te pleiten. Begrijpelijk als we denken aan alle ’tea parties’ uit heden en verleden.

Een verhoging van het btw tarief tot 25 % zou, samen met de afschaffing van het 6 % tarief € 25 miljard opveren (Prof. Kavelaars).

Afschaffing van alle toeslagen en  aftrekposten, behalve de huursubsidie en de zorgtoeslag (omdat die voorzien in centrale levensbehoeften), levert natuurlijk ook een aanzienlijk bedrag op (prof. Arnoud Boot op BNR nieuwsradio, 10/9/2014).

Er zijn nog wel meer bronnen van geld (een verhoging van de vermogensbelasting op topvermogens bijvoorbeeld, of een reële belastingdruk voor multinationals, of het annuleren van de aanschaf van de langzamerhand onbruikbaar wordende Joint Strike Fighter, terwijl een vereenvoudiging van het belastingstelsel op den duur ook nog geld zou opleveren) maar hier laat ik het maar bij.  Wat zouden de economische effecten zijn van een dergelijk radicale ingreep? Je hoeft geen econoom te zijn om dat te kunnen bedenken, een beetje gezond verstand volstaat.

Het zou de ontwikkeling van een circulaire economie bevorderen, en zodoende bijdrage tot het reduceren van de klimaatproblematiek. Het zou de balans tussen consumptie en de investering in ‘commons’ (collectieve goederen) verschuiven ten gunste van het laatste. En het zou de positie van de overheid versterken, en als zodanig een belangrijk tegengif zijn tegen de mogelijkheid van een financiële en maatschappelijke ontwrichting.

Maar de zojuist voorgestelde maatregelen zullen, ook al zou het gepaard kunnen gaan met een substantiële verlaging van de inkomstenbelasting, op aanzienlijke weerstand stuiten, zowel bij belanghebbenden als bij de bevolking in het algemeen. Daarom kan een dergelijke belastingherziening alleen maar worden gerealiseerd, als het ingekaderd is in een inspirerende toekomstvisie. Mensen willen, zo geloof ik, best (veel) belasting betalen, als het hen maar duidelijk wordt dat ze er veel voor terug krijgen. Weerstand tegen belasting betalen vindt zijn oorzaak – behalve in ideologie – in een gevoel dat de overheid niet levert  in verhouding tot onze bijdrage.

Aan ons de taak om gezamenlijk die toekomstvisie te ontwikkelen en uit te dragen, zodat er draagvlak ontstaat voor een wezenlijke transitie naar een waardige samenleving. Wie weet zullen er dan enkele politici opstaan die de kracht, de wijsheid en de moed hebben om dergelijke ingrepen te bepleiten.

 

 

 

 

Genade voor recht?

Dit blog is een beetje lang geworden. Daarvoor mijn excuses – ik kon het niet beknopter zeggen.

In mijn vorige blog zegde ik het vertrouwen in onze overheid op. Niet dat dit enige betekenis heeft in het licht van de Eeuwigheid, maar voor mijzelf maakt het wel verschil.

Dat vertrouwen is deze week nog verder beschaamd. Het betreft de kwestie Griekenland. Eerst de feiten:

1. Griekenland heeft in het recente verleden ons allemaal belazerd. Gesjoemel met de overheidsboekhouding, valse reportages naar de EU, corruptie alom. Maar wie is Griekenland? We moeten toch zeggen dat de hoofdverantwoordelijken daarvoor de politici en de industriëlen zijn, al gaat de bevolking, die maar wat graag profiteerde, niet vrijuit. Elk volk krijgt de leiding die het verdient.

2. Daarvoor is het land gruwelijk bestraft. Ze werden – heel vernederend – onder curatele gesteld en  gedwongen draconische bezuinigingsmaatregelen door te voeren, en hun economie grondig te herstructureren. Vanzelfsprekend ging dat volgens het neo-liberale concept: markt, markt, en daarna de markt. Het gevolg: werkloosheid tegen de 30 %, jeugdwerkloosheid 55 % en schrijnende armoede. De bezuinigingsmaatregeken zijn intussen doorgevoerd, met de economische herstructurering (inclusief de corruptiebestrijding) is nog nauwelijks iets gebeurd.

3. De Grieken kiezen op voorbeeldig democratische wijze een nieuwe regering, waarbij het vertrouwen in de oude regeringspartijen wordt opgezegd. De nieuwe regering wordt gekozen op basis van beloften die ze onmogelijk kunnen waarmaken.

4. De nieuwe regering wordt in Europa ijzig ontvangen. De normale diplomatieke gebruiken, het feliciteren van de nieuwe premier met zijn overwinning, worden niet of heel zuinig in acht genomen. Een rondje van de nieuwe Griekse minister van financiën langs  Europese regeringen waarbij hij verzoekt om clementie aangaande de schulden, levert nietszeggende grimlachjes op, maar geen enkele concessie van Europa. Onze eigen minister Dijsselbloem, hoofd van de Eurogroep van ministers van financiën, wist niet hoe gauw hij moest zeggen dat afspraken in elk geval moeten worden nagekomen. Je zou dit kunnen zien als een tactische manoeuvre voor de onderhandelingen, maar je kunt ook zeggen dat hij in zijn arrogantie voor zijn beurt heeft gesproken. Intussen drijft de Europese Centrale Bank Griekenland verder in het nauw door de voorwaarden van kredietverlening aan Griekenland te verscherpen. Hoezo speelt de bank geen politieke rol?

Om dit blog niet al te lang te maken laat ik het wat betreft de feiten hierbij. Als ik probeer er met enige afstand naar te kijken dan zie ik het volgende:

1. Alle partijen hebben nu hun hakken in het zand gezet. Anders gezegd: hun piketpaaltjes geslagen. Anders gezegd hun territorium afgebakend met hun plasje. Anders gezegd: de partijen zijn met hun geweien in elkaar gehaakt (’they locked horns’). Een echt masculien proces, dat grote risico’s met zich meebrengt, zoals het failliet van Griekenland en uiteindelijk de ondergang van de EU zoals we die op goede gronden in zestig jaar hebben opgebouwd. Dat zou niet zozeer een economische ramp zijn (dat misschien ook wel) als wel een enorme terugval op cultureel en sociaal gebied. Wat mist, ondanks de participatie van merkel,  is de vrouwelijke component: het oog voor de relaties tussen de partijen, voor samenwerking in plaats van willen winnen.

2. Aan Noord-Europese kant werken we vanuit wat Geert Mak noemt onze mierenmoraal (NRC/Handelsblad, 31 januari). Dat kent u toch, de fabel van de krekel en de mier? Even lezen: https://nl.wikipedia.org/wiki/Fabels_van_Jean_de_La_Fontaine. Blijkbaar maken de Calvinistische en de Lutherse achtergrond in dit opzicht weinig verschil.

Open communicatie 2

3. Naar twee soorten deskundigen wordt in het geheel niet geluisterd: economen, die vrijwel unaniem (wanneer waren economen het ooit zo eens?) pleiten voor schuldvermindering, en communicatie deskundigen, die wel iets hebben te adviseren over ‘collaborative communication”, onderhandelen en conflicthantering. Vooral aan het open  luisteren, de horizontale as in nevenstaand schema,  ontbreekt het enigszins, om me maar eens gematigd uit te drukken. * (Klik erop om het goed te kunnen zien)

4. Dat hangt samen met de volgende waarneming: het ontbreekt volstrekt aan de waarden waarvoor ik in een van mijn vorige blog een lans heb gesproken: eerbied/respect en wijsheid. Er is in de eerste plaats volstrekt geen respect voor de democratische uitkomst van de verkiezingen in Griekenland. Dat doet denken aan het gebrek aan respect voor de uitslag van de Palestijnse verkiezingen in 2006. In het algemeen kan je wel zeggen dat Westerse regeringen de uitkomsten van het democratisch proces alleen respecteren als dat een voor hen acceptabele uitslag oplevert. Maar ook op het het persoonlijk vlak onttrekt elk respect voor de ’tegenstander’, om van wijsheid maar te zwijgen. Waarom onze politici de nieuwe Griekse regering minder vertrouwen dan de oude, die immers het probleem heeft veroorzaakt en nog niets heeft gedaan aan een wezenlijke herstructurering, is me en raadsel. Om met Henk Overbeek (emeritus hoogleraar internationale betrekkingen aan de VU) te spreken: “Als de Merkels, Camerons en Dijsselbloems van deze wereld volharden in hun neerbuigende en belerende benadering van de democratisch gekozen regering van een soevereine lidstaat, dan zullen zij een zware historische verantwoordelijkheid meetorsen. Dan hebben we straks in Europa regeringen aan de macht die geleid worden door Le Pen, Farage, Wilders, en de Gouden Dageraad.” (Trouw, 6 februari 2015).

Er dringt zich aan mijn bewustzijn een belangrijke historische parallel op (ook al zijn er natuurlijk ook belangrijke verschillen). Het lijkt wel alsof we Griekenland precies zo behandelen als Duitsland behandeld werd na de eerste wereldoorlog. En we weten allemaal wat daarvan gekomen is. Maar in het algemeen worden uit de geschiedenis weinig lessen getrokken.

Misschien helpt meditatie en gebed. Laten we de energie van wijsheid en compassie naar onze ‘leiders’ toesturen, en voor hen bidden. Mogen ze naast hun slimheid hun hart en hun gezonde verstand laten spreken en genade voor recht laten gelden. Dan kan er alsnog een wonder geschieden.

 

* Dit model is door mij uitgewerkt in de volgende boeken: Spiritueel Leiderschap, Zin in Zorg, en Voor niets gaat de zon op.

 

Wat doet de wijze?

In mijn vorige blog stelde ik, in het voetspoor van Neale Walsh, dat de beroerde ecologische en sociale toestand waarin wij de wereld brengen een gevolg is van de wijze waarop we over onszelf en de wereld denken. Zoals Walsh stelt: denken leidt tot woorden, en die woorden tot daden (of juist niet-handelen) en zo scheppen we onze individuele en collectieve realiteit. En dat betekent dat een verandering ten goede alleen maar kan beginnen met een verandering in ons denksysteem. Maar dat is bijna niet te doen, omdat ons denken geworteld is in onze individuele en collectieve historie en in onze cultuur. En ik eindigde toen met de vraag hoe we ons denksysteem dan wel kunnen veranderen.

Wat we kunnen doen is de volgorde in het zojuist beschreven proces – denken, woorden, handelen – omkeren. We kunnen met ons handelen beginnen. In Conversations with God laat Walsh zien hoe dat zou kunnen werken. Als we ONMIDDELLIJK, zonder nadenken, op onze omgeving reageren kunnen we onze denkpatronen doorbreken. Walsh geeft het voorbeeld van een man die krap bij kas zit, erg geoccupeerd is met geld en denkt over geld in termen van schaarste. Maar de man heeft ook een andere kant. Als hij een bedelaar op straat ziet is zijn eerste impuls misschien deze man/vrouw onmiddellijk vijf euro te geven. Maar dan komt zijn denken tussenbeide: ‘dan leert die man/vrouw nooit zelf verantwoording te nemen’, of: ‘ik zit krap bij kas’, of: ‘dan moet ik mijn portemonnaie pakken en die kan wel afgepakt worden’, of, ‘weet je wat, ik geef hem/haar gewoon 20 cent, even in mijn zak voelen daar moet ik nog een los muntje hebben’, en intussen is hij hem/haar voorbij gelopen en dan doet hij dus maar niets. Dat is een gemiste kans om zijn denkpatroon over geld te veranderen. Had hij onmiddellijk zijn impuls gevolgd, dan had hij, met name als hij dat op dit gebied vaker zou doen, wellicht over geld kunnen gaan denken in termen van overvloed. En dat zou zeker zijn financiële situatie veranderd hebben.

Dit is misschien een wat banaal en versimpeld voorbeeld, maar het maakt wel duidelijk hoe het kan werken. Krishnamurti zegt daarover het volgende: “Als u het gevaar van uw bepaald zijn slechts als een verstandelijk begrip beschouwt, zult u er nooit iets aan doen. Als u een gevaar als zuiver denkbeeldig ziet, dan is er een conflict – en ook een tijdsverloop, EvP -tussen het denkbeeld en het handelen, en dat conflict neemt uw energie weg. Alleen wanner u het bepaald zijn en het gevaar daarvan onmiddellijk ziet, zoals u een afgrond ziet, handelt u. Zien is dus handelen.” (Uit: Laat het verleden los). Deze gedachte sluit ook aan bij Fritz Perls, die zegt: “There is only thing that should control, and that is the situation.”

Zo zeggen dus drie van mijn gerespecteerde  leermeesters hetzelfde: als je constructief in de wereld wil staan komt het er op aan onmiddellijk te handelen. Onmiddellijk, dus zonder tussenkomst van het denken, en zonder dat er tijd verloopt tussen de gedachte en de handeling. Dat is een ingrijpend inzicht, dat haaks staat op wat we gewoon zijn. Het lijkt ook tegenstrijdig met wat ik in eerdere blogs gezegd heb over het belang van wachten, niets doen, en het ontwikkelen van zuiverheid. Maar ik zie daar geen tegenstelling in met wat Walsch, Krishnamurti en Perls beweren. Want om onmiddellijk te kunnen handelen moet je eerst helder kunnen zien, en dat kun je ontwikkelen door stilte en zuiverheid.

Wat hier gesteld wordt lijkt ook in tegenspraak met de noodzaak van het ontdekken van onze missie in dit leven (ons heilig contract), en het ontwikkelen van onze visie: hoe we willen leven en werken. Maar ook dat is geen tegenstelling: het is ons heilig contract, samen met onze levensenergie die het onmiddellijk handelen aanstuurt. Dat neemt allemaal niet weg dat we hier toch stuiten op paradoxen, zoals het belang van handelen en niet-handelen tegelijkertijd, de spanning tussen individu en systeem (veranderen we op deze manier ook ons collectieve denken?), het verschil tussen intuïtie en ego-impulsen (waaronder bijvoorbeeld handelen uit schuldgevoel) en de tegenstelling tussen actie en meditatie. Maar ja, dat is het leven: het zit vol tegenstellingen en paradoxen. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd – ook niet door mij. Voorlopig moeten we het even doen met de woorden van de Taoïst: “de wijze behartigt zijn zaken zonder te handelen, en toch blijft niets ongedaan.” Begrijpt u het?