Dit blog is een beetje lang geworden. Daarvoor mijn excuses – ik kon het niet beknopter zeggen.
In mijn vorige blog zegde ik het vertrouwen in onze overheid op. Niet dat dit enige betekenis heeft in het licht van de Eeuwigheid, maar voor mijzelf maakt het wel verschil.
Dat vertrouwen is deze week nog verder beschaamd. Het betreft de kwestie Griekenland. Eerst de feiten:
1. Griekenland heeft in het recente verleden ons allemaal belazerd. Gesjoemel met de overheidsboekhouding, valse reportages naar de EU, corruptie alom. Maar wie is Griekenland? We moeten toch zeggen dat de hoofdverantwoordelijken daarvoor de politici en de industriëlen zijn, al gaat de bevolking, die maar wat graag profiteerde, niet vrijuit. Elk volk krijgt de leiding die het verdient.
2. Daarvoor is het land gruwelijk bestraft. Ze werden – heel vernederend – onder curatele gesteld en gedwongen draconische bezuinigingsmaatregelen door te voeren, en hun economie grondig te herstructureren. Vanzelfsprekend ging dat volgens het neo-liberale concept: markt, markt, en daarna de markt. Het gevolg: werkloosheid tegen de 30 %, jeugdwerkloosheid 55 % en schrijnende armoede. De bezuinigingsmaatregeken zijn intussen doorgevoerd, met de economische herstructurering (inclusief de corruptiebestrijding) is nog nauwelijks iets gebeurd.
3. De Grieken kiezen op voorbeeldig democratische wijze een nieuwe regering, waarbij het vertrouwen in de oude regeringspartijen wordt opgezegd. De nieuwe regering wordt gekozen op basis van beloften die ze onmogelijk kunnen waarmaken.
4. De nieuwe regering wordt in Europa ijzig ontvangen. De normale diplomatieke gebruiken, het feliciteren van de nieuwe premier met zijn overwinning, worden niet of heel zuinig in acht genomen. Een rondje van de nieuwe Griekse minister van financiën langs Europese regeringen waarbij hij verzoekt om clementie aangaande de schulden, levert nietszeggende grimlachjes op, maar geen enkele concessie van Europa. Onze eigen minister Dijsselbloem, hoofd van de Eurogroep van ministers van financiën, wist niet hoe gauw hij moest zeggen dat afspraken in elk geval moeten worden nagekomen. Je zou dit kunnen zien als een tactische manoeuvre voor de onderhandelingen, maar je kunt ook zeggen dat hij in zijn arrogantie voor zijn beurt heeft gesproken. Intussen drijft de Europese Centrale Bank Griekenland verder in het nauw door de voorwaarden van kredietverlening aan Griekenland te verscherpen. Hoezo speelt de bank geen politieke rol?
Om dit blog niet al te lang te maken laat ik het wat betreft de feiten hierbij. Als ik probeer er met enige afstand naar te kijken dan zie ik het volgende:
1. Alle partijen hebben nu hun hakken in het zand gezet. Anders gezegd: hun piketpaaltjes geslagen. Anders gezegd hun territorium afgebakend met hun plasje. Anders gezegd: de partijen zijn met hun geweien in elkaar gehaakt (’they locked horns’). Een echt masculien proces, dat grote risico’s met zich meebrengt, zoals het failliet van Griekenland en uiteindelijk de ondergang van de EU zoals we die op goede gronden in zestig jaar hebben opgebouwd. Dat zou niet zozeer een economische ramp zijn (dat misschien ook wel) als wel een enorme terugval op cultureel en sociaal gebied. Wat mist, ondanks de participatie van merkel, is de vrouwelijke component: het oog voor de relaties tussen de partijen, voor samenwerking in plaats van willen winnen.
2. Aan Noord-Europese kant werken we vanuit wat Geert Mak noemt onze mierenmoraal (NRC/Handelsblad, 31 januari). Dat kent u toch, de fabel van de krekel en de mier? Even lezen: https://nl.wikipedia.org/wiki/Fabels_van_Jean_de_La_Fontaine. Blijkbaar maken de Calvinistische en de Lutherse achtergrond in dit opzicht weinig verschil.
3. Naar twee soorten deskundigen wordt in het geheel niet geluisterd: economen, die vrijwel unaniem (wanneer waren economen het ooit zo eens?) pleiten voor schuldvermindering, en communicatie deskundigen, die wel iets hebben te adviseren over ‘collaborative communication”, onderhandelen en conflicthantering. Vooral aan het open luisteren, de horizontale as in nevenstaand schema, ontbreekt het enigszins, om me maar eens gematigd uit te drukken. * (Klik erop om het goed te kunnen zien)
4. Dat hangt samen met de volgende waarneming: het ontbreekt volstrekt aan de waarden waarvoor ik in een van mijn vorige blog een lans heb gesproken: eerbied/respect en wijsheid. Er is in de eerste plaats volstrekt geen respect voor de democratische uitkomst van de verkiezingen in Griekenland. Dat doet denken aan het gebrek aan respect voor de uitslag van de Palestijnse verkiezingen in 2006. In het algemeen kan je wel zeggen dat Westerse regeringen de uitkomsten van het democratisch proces alleen respecteren als dat een voor hen acceptabele uitslag oplevert. Maar ook op het het persoonlijk vlak onttrekt elk respect voor de ’tegenstander’, om van wijsheid maar te zwijgen. Waarom onze politici de nieuwe Griekse regering minder vertrouwen dan de oude, die immers het probleem heeft veroorzaakt en nog niets heeft gedaan aan een wezenlijke herstructurering, is me en raadsel. Om met Henk Overbeek (emeritus hoogleraar internationale betrekkingen aan de VU) te spreken: “Als de Merkels, Camerons en Dijsselbloems van deze wereld volharden in hun neerbuigende en belerende benadering van de democratisch gekozen regering van een soevereine lidstaat, dan zullen zij een zware historische verantwoordelijkheid meetorsen. Dan hebben we straks in Europa regeringen aan de macht die geleid worden door Le Pen, Farage, Wilders, en de Gouden Dageraad.” (Trouw, 6 februari 2015).
Er dringt zich aan mijn bewustzijn een belangrijke historische parallel op (ook al zijn er natuurlijk ook belangrijke verschillen). Het lijkt wel alsof we Griekenland precies zo behandelen als Duitsland behandeld werd na de eerste wereldoorlog. En we weten allemaal wat daarvan gekomen is. Maar in het algemeen worden uit de geschiedenis weinig lessen getrokken.
Misschien helpt meditatie en gebed. Laten we de energie van wijsheid en compassie naar onze ‘leiders’ toesturen, en voor hen bidden. Mogen ze naast hun slimheid hun hart en hun gezonde verstand laten spreken en genade voor recht laten gelden. Dan kan er alsnog een wonder geschieden.
* Dit model is door mij uitgewerkt in de volgende boeken: Spiritueel Leiderschap, Zin in Zorg, en Voor niets gaat de zon op.